“Mijn invalwerk in kinderopvang is ideaal naast mijn eigen praktijk als kindercoach. Ik kan mijn eigen werktijden bepalen en neem mijn kennis als coach mee naar de kinderopvang. Ik vind het belangrijk om kinderen mee te geven dat ze geen goedkeuring van een volwassene nodig hebben om te doen wat ze leuk vinden. Dat is voor sommigen wel even wennen. Zo kwam Jesse* op me af: ‘Juf, kijk eens, ik heb deze tekening gemaakt.’ Hij keek vol verwachting. Ik keek naar de tekening, maar zei niets. Hij draalde ongemakkelijk. Tot ik zei: ‘Ik wil liever weten of jij zelf tevreden bent.’ Hij dacht even na en zei uiteindelijk: ‘Ja, ik vind het wel mooi!’ Om een half uur later naar me toe te komen: ‘Leuk hoor juf, maar nu wil ik toch weten wat jij ervan vindt.’ Ik zei: ‘Ik vind het prachtig!’”
‘Er zijn geen moeilijke kinderen’
“Er zijn geen moeilijke kinderen, wel kinderen die het soms moeilijk hebben. Bijvoorbeeld de negenjarige Lotte*. Bijna altijd vrolijk. Maar als ze haar dag niet heeft, is dat meteen duidelijk. Zo smeet ze tijdens een potje kaarten ineens haar kaarten woedend op de grond: ‘Ik doe niet meer mee!’ De andere kinderen schrokken zich rot. Ik vraag haar: ‘Jeetje, wat is er met jou?’ En ze roept wanhopig: ‘Ik weet het niet!’”
‘Ik heb een K..dag’
“We gaan samen even naar buiten. Nadat we een tijdje in stilte naast elkaar lopen, zegt ze: ‘Ik heb het gevoel dat ik niet meer kan spelen. Dat ik altijd moet winnen. En als ik er dan niet van geniet, verpest ik het ook nog eens voor iedereen! Terwijl ik eigenlijk gewoon wil ...’ Ze stopt abrupt en zucht. ‘Laat maar, dat mag ik niet zeggen.’ ‘Zeg het maar!’, moedig ik haar aan. Na een korte aarzeling zegt ze zachtjes: ‘Als ik een k..dag heb!’ ‘Van wie mag je dat niet zeggen?’ ‘Van papa en mama, maar misschien wel het meeste van mezelf!’ Ze begint te snikken. ‘Van mij mag je het zeggen, hoor. Roep het nog maar een paar keer heel hard. Dat lucht op.’ ‘IK HEB EEN K..DAG!!!’”
“Voor we naar binnen gaan, spreken we af dat ze tegen de leiding zegt als ze zich zo voelt. Dan kunnen wij haar een beetje helpen. Vanaf dat moment kijken we elkaar bij binnenkomst altijd even kort aan. Als ik zie dat ze aarzelt, knipoog ik en zeg: ‘Kom maar, hoor. Je mag het ook in mijn oor fluisteren.’”
“Niet iedereen is geschikt voor kinderopvang. Je moet flexibel zijn en je grenzen kunnen aangeven. Maar als dat zo is, is het echt de mooiste baan die er is!”
*Vanwege privacyredenen zijn de namen van de kinderen in dit verhaal gefingeerd.
Wil je ook je verhaal delen? Dat kan! Maak in 3 simpele stappen jouw eigen verhaal en upload een leuke foto van jezelf. Daarna kun je jouw verhaal delen op social media. Wie weet inspireer jij anderen om ook in kinderopvang te komen werken! #1voor1